Cantigas

De muziek is een essentieel deel van capoeira. De verschillende liederen geven leiding en helpen de capoeiristas met hun bewegingen en het creëren van de Axé (positieve energie). Er zijn verschillen type liederen die elke met een ander doel en op zijn eigen manier gebruikt worden. Elke stijl draagt bij aan het overbrengen van kennis, historische gebeurtenissen en waarden en normen. Dit samen houdt de cultuur van capoeira in leven. Er is altijd één persoon die leidend zingt en de rest is de Coro (het koor, die antwoorden op de leidinggevende).

Ladainha:

De Ladainha wordt gebruikt aan het begin van een Angola roda, of begin van een spel alleen dit hoeft niet elke keer. Het is een langzaam, meestal lijdend en soms treurig ritme, soms klinkt het zelfs als een gebed. De Ladainha is een langer nummer opgedeeld in verzen. De capoeiristas geven aandacht aan de zanger, aangezien de Ladainha kennis kan meegeven over de roda of wat de zanger verwacht van de roda. De Ladainha kan ook bepaalde historische gebeurtenissen aanhalen die belangrijk zijn bij het beoefenen van de roda. De ladainha eindigt altijd met de Louvação, hierbij start de zanger met een luide iieeéé en zingt verschillende korte teksten van een paar woorden die de Coro moet antwoorden. Bijvoorbeeld ‘Iieeéé viva meu deus’ (lang leve god). Dan het herhaald de Coro hetzelfde en voegt ‘camara’ toe: ‘Iieeéé viva meu deus camara’. Dan de zanger ‘Iieeéé viva meu mestre’ (lang leve mijn meester). dan antwoord de Coro: ‘Iieeéé viva meu mestre camara’.

Quadra:

De Quadra wordt traditioneel gebruikt aan het begin van een Regionaal roda. Het lijk in opbouw eenigzins op een Ladainha, alleen aangezien het ritme van Regionaal echt anders is klinkt het ook totaal anders. Het is een korte strofe van slechts vier eenvoudige coupletten, waarvan de inhoud kan variëren afhankelijk van de creativiteit van de zanger. Ook de Quadra eindigt in een Louvação.

Corrido:

Zoals de naam al doet vermoeden, is de corrido een lied dat het ritme "versnelt" en wordt het gekenmerkt door de combinatie van het couplet van de zanger met de frases van het refrein, geheel of gedeeltelijk herhaald door het koor, afhankelijk van de tijd die de zanger tussen de coupletten toestaat. De zanger zingt korte, eenvoudige coupletten die vaak worden herhaald, en de set van deze coupletten wordt door het koor als refrein gebruikt. De gezongen tekst kan gaan over het dagelijks leven, de geschiedenis of gewoon uit de verbeelding van de zanger.

Chula:

Het is een meestal geïmproviseerd lied die de zanger introduceert. Het wordt gezongen om aan te geven dat deze persoon het zingen start of overneemt. Vaak is het een eerbetoon aan hun meesters, afkomst, historische feiten en legendes of iets dat belangrijk is voor de Roda op dat moment. De chula wordt gebruikt als introductie naar de corridos